Uitzonderlijk hoge kwaliteit en zeker geen alledaagse sauvignon. Maar dat mag ook want de wijn komt uit Collio, tegen Slovenië aan, waar de op één na hoogste classificering in Italië, te weten de DOC, aan toegekend is. Dan mogen er dus verwachtingen zijn.
De kleur is strogeel met groene accenten die typisch zijn voor sauvignon. Frisse neus met kruisbessen, groene appel, buxus (dominant) en vers gemaaid gras maar - geheel onverwacht voor een sauvignon - ook boter en vanille. Fat zijn veel geuren dus wie het simpel wil houden: buxus is meest aanwezig en geeft een sterk kruidige geur in de neus.
In de mond zet het boterige direct aan en verrast want de toon is daarmee zachter dan de buxus deed vermoeden. De smaak is omringd door een klein bittertje dat enigszins naar grapefruit hint en veel fris en fruitigs brengt. Daar staat in de aandronk een passievrucht smaaktoon naast die de gedachten prikkelt over wat hier aan de hand is. Die passievrucht is namelijk bijna ongewoon aanwezig voor een sauvignon. Deze sauvignon is nog jong, althans ik dronk de 2019, maar die is al heel bijzonder. Nog 2 à 3 jaar opleggen kan heel goed effect hebben ofschoon de zuren in de wijn ook nu al aangenaam in balans zijn. De afdronk houdt het bittertje lang vast dat mooi past bij de buxus in de neus. Aanrader om deze wijn bij een gerecht met groene asperges te drinken. Ik dronk deze prachtige sauvignon bij zelfgerookte zalm (de greenegg doet wonderen daarbij) met - jawel - gegrilde groene asperges. Het leuke van deze sauvignon is namelijk dat naast het bittertje vooral de mondbeleving ook iets rokerigs heeft en dat geeft prettige consistentie bij een dergelijke wijn-spijs combinatie. Maar ook zonder die combi kan je van het rokerige karakter genieten. Dit is hoe dan ook geen gewone sauvignon maar een buitenbeentje. Temperatuur is belangrijk en wat mij betreft is tussen 12 en 14 graden perfect. Maar zeker niet te koud serveren, dat is zonde van de vanille en passievrucht die juist richting 14 graden uitpakt.
